Het is topic, het gesprek van de dag. De Wereld Draait Door en dan vooral het wangedrag van Matthijs van Nieuwkerk, dat blijkbaar jarenlang ‘gewoon’ heeft kunnen plaatsvinden. Het triggert iets. Iets waar mijn coachees ook geregeld tegenaan lopen.

Belemmerende gedachten, beperkende overtuigingen: ‘ga ik dat hier nou wel of niet delen? Ben ik bereid om het risico te nemen, dat ‘men’ er wat van vindt en ik mogelijk tot voer voor de haaien verword? Kan ik het dragen?’.

Stellige meningen

Het is een vraag waar ook mijn coachees, in wellicht andere situaties, zelfde strekking, geregeld tegenaanlopen. Er ontstaat bijvoorbeeld tijdens een etentje of op een verjaardag een gesprek over een (actueel) onderwerp. De ‘anderen’ hebben een uitgesproken mening, vinden het werkelijk belachelijk, ernstig, keuren het af of zijn juist mega vóór het een of ander. En dat jij dan denkt of misschien meer voelt, dat het niet klopt, wat er gezegd wordt. Dat het niet zo zwart wit is. Maar omdat je je vinger er niet op kunt leggen, houd je je mond.

Andere mening

Of je kunt er wel je vinger op leggen, maar hebt niet een onderbouwing klaar waarom jij het anders ziet. Of – helemaal gênant – je volgt de discussie en realiseert je, dat je geen mening hebt. Het interesseert je niet heel erg, en dat is dat weer wel heel erg, want iedereen voelt zich blijkbaar er wel bij betrokken. Of nog erger, je weet je afwijkende mening, maar laat het wel uit je hoofd om die uit te spreken. Want je weet niet of je opgewassen bent tegen de mogelijk scherpe reacties. En daardoor voel je je dom, een buitenstaander, een sufferd.

Dit wordt vervelend, als dit zich vaker voordoet. Dan ontstaat er van binnen een toenemend vervelend gevoel. Onzekerheid, balen van jezelf, je dom voelen. Niet dat ‘de anderen’ dit merken. Je voorziet iedereen nog eens van een drankje, vult de zoutjes bij of duikt de keuken in om nog wat extra hapjes te maken.

Aan de schandpaal

Vrijdagavond lees ik in de Volkskrant het nieuws over DWDD, het structureel grensoverschrijdend gedrag van Matthijs, de ongezonde werksfeer, het gedogen vanuit de hogere regionen. Zie ik de dag erna op o.a. Social Media de meningen losbarsten. In bijna alle variaties in heftigheid, met 1 gemeenschappelijke deler: Matthijs en consorten aan de schandpaal.

Verliezers

En daar komt de trigger. Want wat vind ik hier nou van? ‘Moet’ ik hier iets van vinden? ‘Wil’ ik hier eigenlijk iets van vinden? Doe ik schijnheilig, als ik niet weet wat ik hier mee aan moet? Want iedereen serveert nu toch Matthijs en consorten genadeloos af? Merk ik vooral op, dat mijn hart geraakt is. Voel ik sterk ‘er zijn hier alleen maar verliezers’. Merk ik dat ik buiten ‘slachtoffer’ en ‘dader’ wil blijven.

Hart

Gaat mijn hart uit naar al die (jonge) mensen, die beschadigd zijn door het grensoverschrijdende gedrag van een ander. En roept het vragen bij me op: wat maakt, dat deze dynamiek zo lang heeft kunnen bestaan? Wat maakt, dat er zoveel ruimte was voor Matthijs om zich zo te misdragen? Waarbij het gemakkelijk lijkt om te zeggen ‘dankzij Matthijs was DWDD zo succesvol, hij wás DWDD en dus daarom…’.

En ik, misschien wel vanuit mijn vak, ook zou willen weten, willen onderzoeken, hoe dit werkveld systemisch in elkaar zit. En ook: wat maakt, dat Matthijs explosief en onvoorspelbaar gedrag vertoont/vertoonde? Waar komt dat vandaan? Hoe is dat gevoed?

Heb ik dus geen uitgesproken mening en da’s ook een mening. En dat is oké, zoals ik ook elke keer tegen mijn coachees zeg. Het is oké, alles mag er zijn. Dus ook je twijfel, het niet weten, jijzelf.

Liefs,

Saskia

PS Heeft dit onderwerp in ieder geval ook met ‘grenzen en (durven) kiezen voor jezelf’ te maken, het thema van de dag familieopstellingen aankomend weekend. Er zijn nog een paar plekken vrij op 26 november. Meer weten? Klik hier of stuur me een berichtje