Tig openingszinnen buitelen over elkaar heen om deze blog mee te starten, ik heb last van keuzestress 😆 Zinnen als ‘ik kan ‘m hebben’ (alleen wil ik dat helemaal niet), of ‘in een poep en een zucht weer hop, zó je oude patroon weer ingegleden’. Of ‘hoe blijf je (niet) bij jezelf bij een – irritante – opticien’? Om er maar een paar te noemen.
Gaat het over overrompeld voelen, laten overbluffen, over ongemakkelijk voelen, niet in je waarde gelaten voelen. In kleine, onnozele, alledaagse situaties, te gênant eigenlijk om ‘t over te hebben. Over daardoor pardoes weer in een oud patroon vervallen. In dit geval van scherp zijn, gevat, ‘bijdehand’ (te vaak gehoord vroeger) en vooral blijven lachen. Ik heb er alleen helemaal geen zin in, dat dit ik-deel het nodig vindt tevoorschijn te komen. Het kost me dan ook teveel energie, wat ik overigens pas werkelijk opmerk als ik de zaak uitloop. En de weinige lol die ik nog heb van een nieuwe bril moeten, verdwijnt als sneeuw voor de zon.
Een nieuwe bril dus. Bleh. Naast dat dit een rib uit je lijf kost als je eenmaal gezegend bent met multifocale glazen, ben je ook de sjaak in bekijken en eindeloos passen van tig modellen. Niet mijn idee van ‘leuk’. Stap ik naar binnen als ik toevallig langsloop en zie dat er niemand in de zaak staat. Lekker rustig tussen deze drukke dagen. Én, ‘hij’ is er niet, denk ik… totdat ie als ik eenmaal binnen ben, uit het oogmeethokje komt met een klant [zucht].
Achteraf bezien, voel ik al op dat moment mijn overlevingsmechanismes de messen slijpen. Een ander ik-deel probeert nog te sussen: ‘alleen zijn gedrag vind je ietwat vervelend. Híj is vast heel aardig, doet ook alleen maar zijn werk (een ander ik-deel roept ondertussen heel hard ‘en dat doet-ie niet goed, want ik voel me niet serieus genomen’)’. Watskeburt, Sas?! Nou eigenlijk niets bijzonders, maar blijkbaar voldoende om getriggerd te worden.
Te joviaal praat hij, te bijdehand over welke brillen mij allemaal wel niet staan. Flauwe grappen makend over mijn wens, dat ik een vergelijkbare bril wil. Dat ik toch zeker niet wil dat mensen mij gewoonweg kunnen uittekenen met altijd dezelfde bril op (wat kan míj dat nou schelen?!). En maar blijven sturen naar die ene bril, die ik weiger nog een keer op te zetten (ik vind ‘m niet staan) en die toevallig of niet, wel de allerduurste is. Toch die donkere, hoornen bril erbij pakken, al heb ik duidelijk gezegd zo’n bril niet meer te willen dragen. Je zou kunnen zeggen, dat ie eigenlijk een tikkie denigrerend doet, betuttelend, mij niet in mijn waarde latend. Waarbij ik er echt oké mee ben als een opticien met eigen inbreng komt. Zo is ook mijn huidige bril op mijn neus beland. Maar zoals met alles: ‘C’est le ton qui fait la musique’.
En ik? Ik laat onbewust mijn Harmoniedeel als overlevingsmechanisme aan het stuur. Die deze keer de Assertieve en Gevatte als hulptroepen inschakelt. Spreek ik dus niet duidelijk uit, dat ik me niet serieus genomen voel. Of zoals mijn vader reageerde, toen ik het vertelde, gewoon had kunnen bedanken, de zaak uitlopen en bij een andere opticien klant worden. In plaats daarvan voel ik me ongemakkelijk en verbloem ik dit door mee te lachen en in dezelfde dynamiek assertief terug te doen. Hij dikke pret, ik steeds minder…
De oogmeting wordt voor een volgende dag gepland. Hij laat weten, dat hij er dan niet is. Een ‘dat is fijn’ floept er bij me uit. Hij denkt als grapje en lacht erom… Als ik de winkel uitloop, vraag ik me af, wat er zojuist nou precies allemaal gebeurde…
Wat kun je doen met een situatie waarin er blijkbaar allerlei luikjes zijn aangetikt? Onderzoek wat er nou eigenlijk gebeurde en hoe dit kon gebeuren. En wat je een volgende keer anders zou kunnen doen. Een paar tips, waar je mogelijk iets aan hebt:
- Zodra je registreert dat je je overvallen voelt, even diep in- en uitademen, waardoor je een fractie ruimte krijg en jezelf úit de situatie trekt. De zgn ‘helikopterplek’. Vanaf die plek en met die ruimte beslissen wat je wil. In mijn situatie was dit dus al toen hij als een duveltje uit een doosje uit dat hok kwam. Had ik ervoor kunnen kiezen om ‘alleen maar rond te neuzen’ zonder zijn hulp en niet te passen bijvoorbeeld
- Sta voor jezelf en jouw keuze. Op het moment dat je merkt, dat de ander over je grens gaat, even stapje naar achter, zodat je ruimte maakt voor jezelf en weer die ademhaling. Ik had dus toen ik opmerkte dat hij wel heul erg grappig zat te doen over mijn wensen en mij, die stap naar achter kunnen zetten. En op die plek (opnieuw) kunnen checken bij mezelf, wat ik nu wil: blijven, weggaan, me uitspreken?
- Onderzoek wat nou maakt dat die ander je triggerde. Ik ben al vaker in die zaak geweest om bijv. mijn brillenpootjes te laten aandraaien. Vond ik ‘m toen ook al een eigenaardige man en kon ik het wel langs me heen laten glijden. Wat was er deze keer anders? Ik voelde me moe, had al maanden weerstand tegen een nieuwe bril uitzoeken en was niet meer blanco. Ik dacht nl. dat die andere opticien me zou gaan helpen. Om maar een paar dingen te noemen. Dus volgende keer voordat ik naar binnen ga, eerst even checken bij mezelf hoe ik erbij ‘zit’ (uitgerust, wel/geen weerstand, blanco ipv verwachtingen hebben).
- Wees mild naar jezelf. Ben je toch weer in een oud patroon gestapt, herken dit, erken dit en kijk wat anders kan. Jezelf stom vinden, naar beneden halen en voor je hoofd slaan is niet helpend!
- Ga naar een andere brillenzaak 😉
Liefs,
Saskia
PS met de bril is het goed gekomen (denk ik: moet ‘m nog ophalen). Zijn collega was een verademing. Bril in no-time gekozen. Ik voelde me gezien en serieus genomen. And that’s all there is to it.