‘30 jaar geleden. Djeez, pap. Ik voel m wel vandaag 😢 en dat is oke. Hou van jou 💕💕’

Met dit berichtje begint vandaag mijn dag, terwijl de tranen kort en hevig over mijn wangen rollen en mijn hart zo’n zeer doet, dat het mijn ademhalen bemoeilijkt. Ik laat het zijn, het is oke.

Radio 3
Vandaag 30 jaar geleden gaat, zoals altijd op doordeweekse dagen, rond half zes de radiowekker van m’n moeder af. Lekker vroeg, zodat ze nog de tijd aan zichzelf heeft, voordat het huis wakker wordt. Alleen wordt ze deze keer niet wakker van de wekker. Ze overlijdt in haar slaap met op de achtergrond muziek en ochtendgebabbel van radio 3. 41 jaar oud.

Wreed
Je zou denken, dat het verdriet na 30 jaar wel ‘ns een keer klaar is. En dat is het ook, op af en toe een fel, superscherp vonkje na. En waarom nou deze keer? Heb nog niet eerder bij de overlijdensdag echt scherp verdriet gevoeld. Niet bij het eerste jaar, niet bij de ‘jubileajaren’. Ik vind het wel altijd een beetje een gekke dag, maar het leven gaat door en neemt me mee. Misschien raakt het me, omdat onze middelste nu de leeftijd heeft die ik toen had, en ik het zó onvoorstelbaar wreed zou vinden als hij (en m’n twee andere jongens) nu zonder moeder zouden zijn. Ik me er dus bewust van word, hoe wreed het dus voor míj is geweest. Einde onbezorgde jeugd, zonder dramatisch te doen.

Of omdat de ‘30’ me doet herinneren aan dat ik op m’n 30e weer zwanger was, het begin van nieuw leven en de 30 vandaag symbool staat voor ‘het leven laten’. Misschien… misschien mag ik mijn brein laten voor wat het is en gewoon voelen dát het er is.

Verdriet voelen en kunnen genieten tegelijk
Ik geef mezelf toestemming om het gemis en de pijn te voelen. Deze pijn kan en mag bestaan naast dat ik enorm kan genieten van de zon die zich vandaag weer eens in haar uitbundigheid laat zien.

Ook voor jou
En dit ‘laten zijn’ geldt voor alles en ook voor jou: als je je ellendig, boos, verdrietig of gefrustreerd voelt, geef je zelf dan toestemming om dit te voelen. Vóélen, dus níet voeden en ook níet onderdrukken. Je maakt het niet groter en niet kleiner dan het is. Misschien even heftig en intens, en merk dan de rust die in je lijf komt, die jou weer ruimte geeft om ook de mooie dingen in het leven in te ademen.