TRING! Als door een katapult afgeschoten schiet ik overeind, adrenaline all over the place, terwijl mijn brein heel hard probeert te doen alsof het helemaal wakker is. 10 minuten later zit ik dan, om 4 uur ‘s ochtends in de auto op weg naar de stad.

Bereikbaar zijn in geval nood…
Wij hebben thuis de afspraak dat onze jongens altijd mogen bellen als ze ons nodig hebben of als er iets aan de hand is. Met hierin de in mijn beleving automatische ingesloten logica, dat ze hier alleen gebruik van maken als er ook echt nood is. Het geluid van mijn telefoon staat daarom altijd aan, totdat alle kuikens weer terug zijn op het nest. Vooral omdat dit mij een rustig gevoel geeft.

Het is dan ook eens wel eens voorgekomen dat een van hen me wakker belde, omdat bij het uitgaan een van de gasten met wie hij uit was, niet helemaal helder meer was en onze zoon het onverantwoord vond, die vriend zo achter te laten. Maar elke optie van vriend zelf laten fietsen of hem achterop de fiets naar huis brengen was onhaalbaar. Dan ben ik dankbaar dat ik er kan zijn en trots dat onze jongens zich verantwoordelijk voelen en ons om raad vragen wat te doen.

…blijkt een rekbaar begrip
Deze keer ging het anders: ‘Heee mam, zou je me kunnen ophalen? Ik ben in de stad, maar ik ben zonder fiets en heb geen geld meer voor een taxi’. Zoonlief was overdag een vriend in een andere stad gaan opzoeken en had op de terugweg bedacht, dat ie nog ‘eventjes’ gezellig langs een paar vrienden in eigen plaats zou gaan. Van het een kwam het ander, en ineens was het half vier in de ochtend. We zijn allemaal jong geweest, we weten hoe dat gaat, toch?

Keuzevrijheid in grenzeloos zijn
Ja, ik weet wat ik had ‘moeten’ doen. Ik had gewoon kunnen zeggen ‘pak de benenwagen maar, is goed voor je die 6 km lopen naar huis’. Dan had ie er misschien wat van geleerd. Ik weet, dat er talloze ouders zijn die dit ook gewoon hadden gezegd. Maar ik zit anders in elkaar, kan dit niet en misschien ook ‘wil ik niet’ (ik vind het niet echt een fijn idee, dat ie 6 km alleen zou moeten lopen door de stad en een stukje bos met al die mafkezen op straat).

Dit is natuurlijk een prachtig voorbeeld van over mijn grenzen (laten) gaan. Temeer ik die avond eindelijk eens vroeg mijn mandje was ingedoken voor een lange nachtrust i.p.v. te blijven hangen op de bank na een volle week. Nu had ik een paar dingen kunnen doen. Ik had het mezelf kwalijk kunnen nemen, dat ik weer zo’n suffe muts was, die eindeloos klaarstaat voor anderen ook als dit ten koste gaat van mezelf. Óf ik ben mild naar mezelf, accepteer van mezelf dat ik ben wie ik ben en onderzoek tegelijkertijd naar een optie hoe dit in de toekomst anders kan.

En alles is oké
De Sas van vroeger zou zichzelf omlaag hebben gehaald, áls ik me er toen al van bewust zou zijn geweest, dat ik een andere keuze had kunnen maken. Nu koos ik voor de tweede optie en dus ook bewust voor de bijbehorende consequentie van een gebroken nacht en het risico om door anderen weer bestempeld te worden als ‘te lief’. Heb nu hartelijk gelachen met onze zoon over wat er nou eigenlijk gebeurd is (hij had er geen seconde bij stil gestaan, dat ie mij een mogelijke hartverzakking zou geven door midden in de nacht te bellen). En het erover gehad, wat ‘altijd klaarstaan’ wel en niet betekent.

En een volgende keer? Staat mijn telefoongeluid nog steeds aan en zou het kunnen, dat ik toch weer in de auto spring. Gewoon omdat ik daar oké mee ben.